Mevrouw Van Vliet, 85 jaar, woont nog zelfstandig. Ze is redelijk gezond en loopt buitenshuis met een rollator. Twee keer per week heeft ze huishoudelijke hulp, geregeld via het zorgloket Wmo van de gemeente. Haar zoon Cas doet de administratie en met haar oudste dochter Ellen gaat ze één keer per week boodschappen doen. Met haar jongste dochter Saskia heeft mevrouw weinig contact. Over haar huisarts, dokter Haasnoot, is ze tevreden, al vindt ze de praktijk wel moeilijk te bereiken. Na 11.00 uur ’s ochtends staat het antwoordapparaat aan en voor spoedgevallen wordt dan naar een ander nummer doorverwezen. Ook het aanvragen van een visite verloopt meestal moeizaam. De praktijk ligt op een kilometer afstand en toch wordt telkens gevraagd of ze naar het spreekuur kan komen. Als ze dan een taxi moet nemen, komt ze helemaal overstuur bij de praktijk aan.