Via diverse organisaties worden elk jaar kinderen door Nederlandse ouders geadopteerd uit in de loop der jaren steeds andere landen. Op dit moment komt de helft van de adoptiekinderen uit China en verder onder andere uit Haïti, verschillende landen in Afrika en in mindere mate uit Colombia. Vergelijkbare problematiek zien we bij kinderen die om andere redenen uit derdewereldlanden naar Europa komen (vooral vluchtelingen). Veelal worden deze kinderen kort (bij voorkeur binnen 2 weken) na aankomst in Nederland voor een poliklinische beoordeling aangemeld, waarbij medische problemen zoals voedingsstoornissen, dystrofie, huidafwijkingen, psychomotorische ontwikkelingsachterstand, (parasitaire) darminfecties en chronische infecties primair de aandacht krijgen. Daarnaast kunnen kinderen in een later stadium de kinderarts bezoeken als medische problemen persisteren, als er twijfel bestaat over de opgegeven leeftijd of als er pedagogische problemen zijn. Het is zinvol bij het eerste onderzoek van deze kinderen niet alleen diagnostiek te verrichten voor het gepresenteerde probleem, maar ook te anticiperen op te verwachten problemen en vragen (bijv. t.a.v. de leeftijd). Ook dient een aantal infecties te worden uitgesloten die in het ontvangende gezin problemen kunnen geven, zodat vroegtijdige behandeling of profylaxe mogelijk is (tuberculose, hepatitis, scabiës enz.). Het is van belang de gezinsleden tevoren een dtp-boosterinjectie te geven en hen via vaccinatie te beschermen tegen hepatitis A.