Het centrale zenuwstelsel bestaat uit zes grote onderdelen: het telencephalon, het diencephalon, het mesencephalon, het metencephalon, het myelencephalon en het ruggenmerg. Deze indeling, die op het eerste gezicht arbitrair mag lijken, wordt begrijpelijk wanneer de ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel in ogenschouw wordt genomen. Bovendien worden andere aspecten van de bouw van het centrale zenuwstelsel, zoals de aanwezigheid van een holte met circulerende liquor cerebrospinalis (het ventrikelsysteem) in alle delen van het centrale zenuwstelsel, inzichtelijk vanuit de vroege ontwikkeling. Kennis van de globale vormveranderingen die tijdens de prenatale ontwikkeling van het zenuwstelsel optreden maakt bovendien duidelijk waarom laesies, door bijvoorbeeld tumoren of bloedingen, zulke dramatische effecten kunnen veroorzaken. Als gevolg van natuurlijke vormveranderingen tijdens het ontwikkelingsproces komen namelijk functioneel verschillende systemen ruimtelijk gezien zeer dicht tegen elkaar aan te liggen.