De individuele beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg kan op verschillende manieren aansprakelijk worden gesteld. Het kan gaan om tuchtrechtelijke, strafrechtelijke en/of civielrechtelijke aansprakelijkheid. Bestuursrechtelijke aansprakelijkheid zal bij een individuele beroepsbeoefenaar niet snel aan de orde zijn. Deze aansprakelijkheden kunnen onafhankelijk van elkaar of samen een rol spelen in die gevallen dat er sprake is van beroepsmatig foutief handelen. Daarnaast dienen instellingen en beroepsbeoefenaars, die zorg verlenen als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet en/of AWBZ, een regeling te treffen voor de behandeling van klachten. Die regeling houdt onder meer in dat er een klachtencommissie is (ofwel daarbij aansluiting is gezocht) die klachten behandelt. Klachten over foutief handelen kunnen ook daar worden aangekaart, maar het oordeel van een dergelijke commissie is niet bindend. In dit deel wordt volstaan met op te merken dat een klachtprocedure soms wordt gebruikt als voorportaal voor een tuchtrechtelijke of civielrechtelijke procedure.