Allereerst wordt de historische ontwikkeling rondom infectieleer geschetst. Daarna wordt een overzicht gegeven van de verschillende soorten micro-organismen (m.o.). De diverse besmettingsroutes worden besproken, alsmede de mogelijke plaatsen waar het lichaam besmet kan worden. Van infecties wordt verder gemeld dat ze een ziekte kunnen veroorzaken met klinische verschijnselen die zich in wisselende hevigheid kunnen voordoen, van subklinisch tot acuut. Onder normale omstandigheden kan het lichaam een afweerreactie op gang brengen tegen een ziekteverwekker. Hierbij worden aspecifieke en specifieke mechanismen in werking gesteld. Als de afweerreactie ongepast heftig wordt, is er sprake van allergie. In bepaalde omstandigheden kan de afweer echter ook tekortschieten, dan is er sprake van een immunodeficiëntie. Tot slot wordt aangegeven hoe infecties voorkomen en bestreden kunnen worden. Bij voorkeur door preventieve therapie, maar als er toch een ontsteking of ziekte bestaat, zal curatieve therapie worden ingezet. Hierbij onderscheiden we causale en symptomatische therapie.