Elshout G, Kool M, Van der Wouden JC, Moll HA, Koes BW, Berger MY. Antibiotica bij kinderen met koorts. Huisarts Wet 2013;56(2):58-61.
Inleiding
Huisartsen schrijven vaak antibiotica voor aan kinderen met koorts. Patiëntkenmerken en symptomen die gerelateerd zijn aan antibioticavoorschriften geven zicht op de overwegingen van de huisarts. Wij onderzochten de hoeveelheid antibioticavoorschriften bij kinderen die de huisartsenpost bezochten met koorts en bekeken welke patiëntkenmerken en symptomen hieraan gerelateerd zijn.
Methode
Kinderen (3 maanden tot 6 jaar) kwamen in aanmerking voor inclusie wanneer de ouders contact opnamen met de huisartsenpost met koorts als belangrijkste reden. Symptomen en antibioticavoorschriften werden op gestandaardiseerde wijze genoteerd.
Resultaten
Van de 443 geïncludeerde kinderen kregen er 121 telefonisch advies en 322 een consult op de huisartsenpost. Bij deze laatste groep schreef de huisarts 117 kinderen (36,3%) antibiotica voor; dit was 26,5% (117/443) van de totale onderzoekspopulatie. In de multivariate analyse waren de volgende kenmerken en symptomen positief gerelateerd aan een antibioticavoorschrift: ongeruste ouders (OR 2,02; 95%-BI 1,06-3,58), zieke indruk (OR 3,26; 95%-BI 1,30-8,20), oorpijn resulterend in veranderd gedrag of slaappatroon (OR 2,59; 95%-BI 1,06-6,30), tekenen van een keelontsteking (OR 2,37; 95%-BI 1,35-4,15) en verminderde urineproductie (OR 2,00; 95%-BI 1,17-3,41). Voor de leeftijd van 3 tot 6 maanden en de hoogte van de rectale temperatuur vonden we een negatieve associatie (respectievelijk OR 0,17; 95%-BI 0,03-0,74 en OR 0,52; 95%-BI 0,37-0,71).
Conclusie
Een op de vier kinderen met koorts kreeg op de huisartsenpost antibiotica voorgeschreven. De patiëntkenmerken en symptomen geassocieerd met een antibioticavoorschrift verklaren slechts voor een klein deel de afwegingen van de huisarts.