Jako Burgers pleit ervoor om de nuchtere bloedglucosewaarde als diagnostische test te nemen en niet de HbA1c-waarde.
1 Als belangrijk argument hiervoor noemt hij het feit dat de HbA1c-referentiewaarde (48 mmol/l) onder de aangenomen streefwaarde (< 53 mmol/l) ligt. Ik ben het zeker met hem eens dat dit niet wenselijk is. Het valt de patiënt ook bijna niet uit te leggen: ‘Helaas, u heeft suikerziekte maar medicijnen zijn niet nodig want de doelwaarde van een eventuele therapie is al bereikt’. Burgers noemt als voordeel voor het nemen van de nuchtere glucosewaarde als diagnosticum (referentiewaarde 7,0 mmol/l) dat dit probleem zich dan niet voordoet. Hij blijkt daarbij uit te gaan van een streefwaarde van 4,5-6,9 mmol/l. Echter, ook in de nieuwe standaard wordt uitgegaan van de veel ruimere streefwaarde van 4,5-8 mmol/l. Dit leidt daarmee tot hetzelfde probleem als wanneer de HbA1c-waarde als diagnosticum wordt genomen. Helaas wordt deze streefwaarde in de standaard niet verder onderbouwd. …