Dit hoofdstuk is het resultaat van een uitgebreide literatuurstudie naar de effecten van beeldende therapie bij persoonlijkheidsstoornissen. Het is een bewerkte en uitgebreide versie van de tekst voor de vaktherapieën van de multidisciplinaire richtlijn voor persoonlijkheidsstoornissen4. Een evidence-based richtlijn bevat aanbevelingen en handelingsinstructies ter ondersteuning van de dagelijkse praktijkvoering. Een richtlijn berust op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek (literatuur) en aansluitende meningsvorming (ervaring/ mening van deskundigen en cliënten) gericht op het expliciteren van goed handelen (Van Everdingen e.a., 2004, in
Handboek richtlijnontwikkeling persoonlijkheidsstoornissen
, Trimbos instituut, Utrecht). In dit hoofdstuk worden de delen behandeld die relevant zijn voor beeldende therapie, uitgebreid met teksten die te specifiek waren voor de richtlijn. De tekst is opgebouwd volgens een vast patroon. Er is eerst aandacht voor de wetenschappelijke onderbouwing en de hieruit volgende conclusies, daarna volgen de overige overwegingen en dit alles leidt gezamenlijk tot aanbevelingen voor de praktijk. De indeling van de mate van bewijskracht is gedaan op basis van de indeling van het kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO (zie afbeelding hiernaast).