Met zijn uitspraak ‘
The ego is first and foremost a bodily ego; it is not merely a surface entity, but is itself the projection of a surface’ (
1923) geeft Freud aan dat het zelfgevoel over het lichaam gevormd wordt gedurende de vroegste kindertijd. Dit lichaamsbesef is gebaseerd op vroege sensorische ervaringen in de relatie tussen kind en ouder: ‘van lichaam tot lichaam, van brein tot brein, van mind tot mind’. Jaren later doet Winnicott zijn vaak geciteerde uitspraak: ‘
there is no such thing as a baby; there is a baby and someone … there is a nursing couple’ (1964, pag. 88). Onderzoek naar de inter-sensorische capaciteiten van jonge kinderen laat een opmerkelijke vroege sensitiviteit zien voor aan het lichaam gerelateerde visuele en tactiele synchroniciteit (Filippetti et al.
2013). Recente theorieën die inzicht geven in deze interactie tussen soma en psyche (vanaf de conceptie) worden besproken en de klinische implicaties worden aangegeven.