In dit hoofdstuk wordt diagnostiek van trauma en dissociatie beschreven. Een diagnostisch proces bestaat uit inventarisatie van de klachten, classificatie en een diagnostische formulering of casusconceptualisatie. Na de kennismaking volgt eerst een aantal gesprekken om de klachten in beeld te brengen. Hierna worden vragen gesteld over iemands persoonlijke achtergrond, aan de hand waarvan kan worden vastgesteld hoe snel iemand uit evenwicht raakt op het moment dat de stress oploopt. De factoren die van invloed zijn op het hanteren van spanning worden in kaart gebracht. Zo nodig kan aanvullend onderzoek worden gedaan. Het is voor een goede indicatiestelling dan van belang om gebruik te maken van aanbevolen vragenlijsten en instrumenten.