De vijfjarige Aboriginal Jason kwam ongeveer driekwart jaar geleden voor het eerst bij me. Elke nacht werd hij schreeuwend wakker, zijn pleegouders waren ten einde raad. In zijn dossier zat een negentig pagina’s dik raadsonderzoek waarin proces-verbalen van meldingen van huiselijk geweld. Volgens de verbalen mishandelde zijn vader zijn moeder regelmatig op sadistische en zeer gewelddadige wijze. Of Jason zelf ook mishandeld was bleef onduidelijk. Maar omdat hij tijdens zijn nachtmerries regelmatig “no daddy no!” gilde en erg bang was voor donkere mannen, werd dat wel vermoed. De EMDR-behandeling leverde rust op en Jason sliep beter. Langzaamaan begon hij te wennen aan zijn (donkere) pleegvader en toen ik hem onlangs weer zag, vertelden pleegouders dat het een echt vaderskindje was geworden.