In dit hoofdstuk wordt de CBASP-behandeling van Peter beschreven. Peter is een 35-jarige man die al sinds zijn veertiende somber is. Hij heeft van huis uit meegekregen dat je altijd de lieve vrede moet bewaren en niet lastig mag zijn. Dit doet de therapeut vermoeden dat het voor Peter lastig zal zijn om zijn ongenoegen te bespreken tijdens de therapie. Peter wil de therapeut niet belasten met zijn problemen, waardoor hij de therapeut op afstand houdt en zich terugtrekt als het niet goed gaat. Doordat hij de therapeut op afstand houdt, gaat de therapeut afstand nemen (consequentie van het gedrag). Hoewel Peter het interactiepatroon herkent, vindt hij het moeilijk dit patroon te doorbreken. Wanneer het Peter uiteindelijk lukt om zijn ongenoegen uit te spreken, merkt hij dat dit een positief effect heeft. Hierdoor neemt zijn angst om afgewezen te worden af en is de afstand tussen Peter en de therapeut afgenomen.