De doktersassistent organiseert zelfstandig haar dagelijkse werk en is verantwoordelijk voor het resultaat van haar eigen werkzaamheden met betrekking tot praktijkvoering. Een van de vele taken is het begeleiden van het spreekuur. Tijdens het spreekuur handelt ze zelfstandig zaken af en kan daarbij zelfstandig de beschikbare protocollen en werkwijzen van de organisatie toepassen. Tijdens het begeleiden van het spreekuur zal de doktersassistent regelmatig schakelen, constant prioriteiten stellen en deze zo nodig bijstellen. De theoretische kennis uit de voorgaande hoofdstukken wordt hier samengevoegd tot een praktijkopdracht: registreren en ontvangen van (nieuwe) patiënten, het verwerken van orders, het geven van voorlichting en advies, multidisciplinaire samenwerking, van spoedconsult tot intercollegiaal consult, het registreren van zorgactiviteiten en het hanteren van de beschikbare protocollen. In deze praktijkopdracht is rekening gehouden met de richtlijnen van het kwalificatiedossier doktersassistent.