Iedereen heeft een groot scala aan bewegingsmogelijkheden en bewegen kan op heel verschillende inspanningsniveaus plaatsvinden. Dagelijkse activiteiten vinden vaak met een lage intensiteit plaats, mogelijk afgewisseld met korte bezigheden met een wat hogere intensiteit, zoals traplopen. Terwijl je naar een computerscherm tuurt, zijn vooral je armen en handen met het toetsenbord bezig. Hoewel dat geestelijk misschien veel inspanning vergt, is er weinig lichamelijke inspanning voor nodig. Heel anders wordt het op een klimwand, als je voet de steun op een greepje kwijtraakt. Hangend aan je armen probeer je met een uiterste inspanning een val te voorkomen. Een urenlange fietstocht met tegenwind vereist ook veel energie, maar verdeeld over een langere tijd.