Dit hoofdstuk start met de verschillende definities van gezondheid, ziekte en sterfte. Alvorens in te gaan op de frequentiematen die worden gebruikt in epidemiologisch onderzoek wordt eerst stilgestaan bij de typen populaties – cohort of dynamische populatie – die kunnen worden onderscheiden. Ook wordt ingegaan op de rol die de factor ‘tijd’ speelt in het bepalen van ziektefrequenties. Vervolgens passeren verschillende frequentiematen de revue, waaronder prevalentie, incidentie, cumulatieve incidentie, incidentiedichtheid, mortaliteit, letaliteit, proportioneel sterftecijfer, levensverwachting, overlevingskans en ‘quality-adjusted life-years’. Ook de continue maten voor gezondheid en ziekte worden gepresenteerd. Het hoofdstuk sluit af met voorbeelden hoe deze beschrijvende epidemiologische maten worden toegepast om de gezondheidstoestand van de Nederlandse bevolking in kaart te brengen.