Gehoorverlies is een relatief frequent voorkomend laat effect van de behandeling van kanker, voorkomend bij tot wel bijna 70 % van de overlevende kinderen en in mindere mate bij volwassenen. Dit gehoorverlies wordt grotendeels veroorzaakt door het ototoxisch effect van behandeling met cisplatin en carboplatin of door locoregionale radiotherapie. Na behandeling kan het gehoorverlies soms nog jaren progressief toenemen. Bij gehoorverlies als laat effect is er meestal sprake van een perceptief gehoorverlies. Er is geen medicamenteuze behandeling beschikbaar. Het gehoorverlies kan deels hersteld worden middels een gehoorapparaat. In ernstige gevallen kan een cochleair implantaat worden overwogen. Daarnaast is aandacht voor de communicatieve problemen en eventuele psychosociale gevolgen en ontwikkelingsproblemen van belang.