Welkom bij THIM Hogeschool voor Fysiotherapie & Bohn Stafleu van Loghum
THIM Hogeschool voor Fysiotherapie heeft ervoor gezorgd dat je Mijn BSL eenvoudig en snel kunt raadplegen. Je kunt je links eenvoudig registreren. Met deze gegevens kun je thuis, of waar ook ter wereld toegang krijgen tot Mijn BSL. Heb je een vraag, neem dan contact op met helpdesk@thim.nl.
Om ook buiten de locaties van THIM, thuis bijvoorbeeld, van Mijn BSL gebruik te kunnen maken, moet je jezelf eenmalig registreren. Dit kan alleen vanaf een computer op een van de locaties van THIM.
Eenmaal geregistreerd kun je thuis of waar ook ter wereld onbeperkt toegang krijgen tot Mijn BSL.
Login
Als u al geregistreerd bent, hoeft u alleen maar in te loggen om onbeperkt toegang te krijgen tot Mijn BSL.
Geleidelijk ontstond liespijn bij een sportieve 41-jarige man. Aanvankelijk had hij pijn aan de binnenzijde van zijn rechterbovenbeen als hij begon met tennissen. Tijdens het tennissen verdween de pijn, maar na afloop van het sporten kwam deze weer terug. De dagen na het sporten had hij meestal wat meer pijn. Hij besteedde er aanvankelijk niet veel aandacht aan. Toen – drie maanden na aanvang van de klachten – de pijn niet meer verdween tijdens het sporten, nam hij contact op met zijn fysiotherapeut.
Geleidelijk ontstond liespijn bij een sportieve 41-jarige man. Aanvankelijk had hij pijn aan de binnenzijde van zijn rechterbovenbeen als hij begon met tennissen. Tijdens het tennissen verdween de pijn, maar na afloop van het sporten kwam deze weer terug. De dagen na het sporten had hij meestal wat meer pijn. Hij besteedde er aanvankelijk niet veel aandacht aan. Toen – drie maanden na aanvang van de klachten – de pijn niet meer verdween tijdens het sporten, nam hij contact op met zijn fysiotherapeut.
Status praesens
In rust heeft de patiënt geen last. De pijn treedt pas op als hij gaat hardlopen of tennissen.
Algemene palpatie en inspectie
Geen bijzonderheden.
Functieonderzoek
Passief bewegingsonderzoek van de heup: de mobiliteit van de heup is normaal en alle bewegingen zijn pijnloos uit te voeren.
Weerstandstesten: lichte pijn wordt gevoeld bij adductie tegen weerstand, zowel bij een geflecteerde als bij een geëxtendeerde heup.
Er bestaat rekpijn van de heupadductoren.
Specifieke palpatie
De pees van de m. adductor longus is drukpijnlijk enkele centimeters distaal van zijn aanhechting aan het os pubis. Het betreft dezelfde pijn die de patiënt ook ervaart bij het sporten.
De passieve bewegingen tonen een goede functie van het heupgewricht. Alleen de weerstandstest en rek van de heupadductoren provoceren de voor patiënt herkenbare pijn. Hier is duidelijk sprake van pathologie van de heupadductoren. Aangezien er geen traumatisch moment aan de klacht voorafging, is een letsel uitgesloten. Het geleidelijke verloop, de duur van de klachten en de lokalisatie van de pijn (de pees van de m. adductor longus) wijzen op een degeneratief proces binnen de pees ofwel een tendinose.1 Een dergelijke aandoening wordt in de sportwereld ook wel aangeduid als een chronische liesblessure.
Interpretatie
Diagnose
Tendinose van de m. adductor longus.
Figuur 3-1
Palpatie van de pees van de m. adductor longus: men laat het te onderzoeken been eerst een adductiebeweging tegen weerstand uitvoeren; hierdoor wordt een 'rond koord' juist distaal van het tuberculum pubicum zichtbaar en voelbaar. Dit 'koord' is de rand van de m. adductor longus; deze is palpabel van het tuberculum pubicum tot aan de kruisende m. sartorius.
×
Therapie
De behandeling van een tendinose bestaat uit krachttraining van de aangedane spier, bij voorkeur excentrisch uitgevoerd. Excentrische spierversterking van de heupadductoren kan worden toegepast met speciale fitnessapparatuur. Een groot nadeel hiervan is dat men deze oefeningen niet thuis kan uitvoeren: men is ervoor afhankelijk van een fitnesscentrum.
Onderzoek toont aan dat ook algemene training van alle musculatuur rondom het heupgewricht een goed effect heeft op een tendinose van de heupadductoren.[1] Hierbij hoort ook spierversterking van de buikspieren.
Patiënt krijgt een algemeen krachttrainingsprogramma voor de rompspieren en voor de musculatuur rondom de heup. Hij kan dit programma gemakkelijk zelf thuis uitvoeren. Als enige hulpmiddel krijgt hij dumbells (kleine handgewichten) mee naar huis. Het oefenprogramma duurt drie maanden.2
Patiënt wordt nog een keer gezien om de uitvoering van de oefeningen te controleren en na drie maanden nog een keer om de situatie te evalueren. Patiënt oefent dan nog zeer consequent tweemaal per dag en is (twee maanden na aanvang van de training) volledig klachtenvrij.
Follow-up
Om de kwaliteit en de kracht van de heupadductoren te onderhouden is eenmaal per week krachttraining voldoende. Patiënt geeft er de voorkeur aan om de oefeningen voorlopig dagelijks te blijven uitvoeren.
P. Holmich en anderen onderzochten hoe een chronische liesblessure, veroorzaakt door adductorenpathologie, het best kon worden behandeld.[1] Zij vergeleken passief beleid3 met actieve oefentherapie in een gerandomiseerde studie waarbij 68 atleten betrokken waren. De behandeling duurde twee à drie maanden. De actieve oefentherapie bestond uit algemene krachttraining en coördinatietraining van spieren rondom het heupgewricht, met extra aandacht voor de adductoren van de heup.
Na vier maanden was 68% van de personen uit de getrainde groep weer als vanouds aan het sporten en klachtenvrij. Van de passief behandelde groep betrof dit slechts 12%.
Onze productaanbevelingen
BSL Fysiotherapeut Totaal
Zoekt u casuïstiek over nekklachten of wilt u meer weten over lage rugpijn? Met dit online abonnement kunt u uw vakkennis optimaal bijhouden en uitbreiden. U krijgt toegang tot een groot aantal fysiotherapieboeken en geaccrediteerde online nascholing, zoals e-learnings en web-tv's.
Gedetailleerde informatie over dit onderwerp is te vinden in een eerdere uitgave van Orthopedische Casuïstiek: Onderzoek en behandeling van peesaandoeningen: tendinose (2006).
Meer informatie over dit oefenprogramma is te vinden in een eerdere uitgave van Orthopedische Casuïstiek: Onderzoek en behandeling van peesaandoeningen, bijlage II.