Een tandarts mailt mij: ‘Mijn patiënte van 62 jaar heeft sinds jaren een hypertensie met de daarbij behorende medicatie. Laatstgemeten bloeddruk 150/85 mmHg. Ze heeft ’iets’ met haar nieren, ook al jaren. Tot zover goed, maar nu geeft zij aan dat zij ook hartritmestoornissen en te snel functionerende bijschildklieren heeft door de ’niermedicatie’.
Vraag 1: Hoe moet ik de ontregelde bijschildklierfunctie interpreteren? Net als een ontregelde schildklierfunctie?
Vraag 2: In de medische anamnese wordt daar niet naar gevraagd, is dat dus niet belangrijk?
Mag ik bij deze mevrouw Ultracaine gebruiken? Dat wordt namelijk in de lever gemetaboliseerd en vervolgens door de nieren uitgescheiden. Of is een ander medicament een betere keuze? Als bloeddrukmedicatie heeft ze nu onder andere Verapamil. Graag meer info…