Bij een klinische behandeling op een afdeling psychiatrie of bij een plaatsing binnen een behandelgroep van een instelling voor jeugdhulpverlening worden een jongere en zijn gezin met enorme consequenties geconfronteerd. Op een moment in zijn leven waarop het niet zo goed met hem gaat (hij is ontregeld) gaat de jongere wonen in een geheel nieuwe omgeving met allerlei beroepskrachten om hem heen en met groepsgenoten die elk op hun beurt worstelen met eigen problematiek. De ouders/verzorgers moeten hun kind voor behandeling en opvoeding toevertrouwen aan voor hen onbekende personen. In een fase waarin het niet goed met hun kind gaat, moeten zij hun zorg op een andere manier gaan vormgeven: meer op afstand, met minder directe zeggenschap.