Skip to main content

Welkom bij THIM Hogeschool voor Fysiotherapie & Bohn Stafleu van Loghum

THIM Hogeschool voor Fysiotherapie heeft ervoor gezorgd dat je Mijn BSL eenvoudig en snel kunt raadplegen. Je kunt je links eenvoudig registreren. Met deze gegevens kun je thuis, of waar ook ter wereld toegang krijgen tot Mijn BSL. Heb je een vraag, neem dan contact op met helpdesk@thim.nl.

Registreer

Om ook buiten de locaties van THIM, thuis bijvoorbeeld, van Mijn BSL gebruik te kunnen maken, moet je jezelf eenmalig registreren. Dit kan alleen vanaf een computer op een van de locaties van THIM.

Eenmaal geregistreerd kun je thuis of waar ook ter wereld onbeperkt toegang krijgen tot Mijn BSL.

Login

Als u al geregistreerd bent, hoeft u alleen maar in te loggen om onbeperkt toegang te krijgen tot Mijn BSL.

Top

2019 | OriginalPaper | Hoofdstuk

2. Het doel van de generalistische ggz: zelfregie vergroten

Auteurs : Prof. dr. Giel Hutschemaekers, Drs. Mirjam Nekkers, Prof. dr. Bea Tiemens

Gepubliceerd in: Handboek generalistische ggz

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

In dit hoofdstuk wordt het begrip zelfregie uitgewerkt als middel ter versterking van het zelfhelend vermogen van de patiënt. Zelfregie wordt gedefinieerd als het vermogen van de patiënt om zijn eigen hulpverlener te zijn. Om die rol van eigen hulpverlener duidelijk te maken wordt die vergeleken met de rol van de regisseur bij een uitvoering. Op het toneel spelen acteurs hun rollen, ook wel personages genoemd. Hoe beter het spel des te overtuigender het personage. Tijdens de uitvoering komt de regisseur nauwelijks of niet in beeld. Gaat het even wat minder goed, dan grijpt de acteur in bij zijn eigen personage. Pas als het echt niet gaat, kan de acteur overwegen om even de voorstelling op te schorten en de regisseur te consulteren. De acteur stapt dan uit zijn rol en kijkt samen met de regisseur naar wat er niet lukt. Door alleen al zijn plaats (achter het podium) creëert de regisseur afstand tussen de acteur en de context waarin diens personage onvoldoende functioneert. Vervolgens kan hij helpen met het probleem analyseren, alternatieven zoeken en kiezen, de nieuwe invulling van de rol helpen instuderen en tenslotte de nieuwe oplossing evalueren. In deze metafoor heeft de hulpverlener de rol van regisseur, terwijl het onderscheid tussen personage en acteur direct aansluit bij het onderscheid tussen handelen vanuit systeem I (automatismen) en reflecteren door inzetten van systeem II (bewustzijn). Deze elementen vormen de basis voor het regiemodeldat vier fasen kent: van onbewust-ongewenst via bewust-ongewenst en bewust-gewenst naar onbewust-gewenst. De patiënt wordt achtereenvolgens probleemeigenaar, oplossingseigenaar, uitvoeringseigenaar en proceseigenaar en hanteert daarbij vier vaardigheden: mentaliseren, flexibiliseren, internaliseren en evalueren. Het regiemodel sluit direct aan op het door Machteld Huber gemaakte onderscheid tussen ziekte (uitdagingen) en gezondheid (omgaan met die uitdagingen).
Literatuur
1.
go back to reference Rogers C. On becoming a person: a therapists’ view of psychotherapy. London: Constable; 1967. Rogers C. On becoming a person: a therapists’ view of psychotherapy. London: Constable; 1967.
2.
go back to reference Swaab D. Wij zijn ons brein: van Baarmoeder tot Altzheimer. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Contact; 2010. Swaab D. Wij zijn ons brein: van Baarmoeder tot Altzheimer. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Contact; 2010.
3.
go back to reference Lamme V. De vrije wil bestaat niet: over wie er echt de baas is in het brein. Amsterdam: Bert Bakker; 2010. Lamme V. De vrije wil bestaat niet: over wie er echt de baas is in het brein. Amsterdam: Bert Bakker; 2010.
4.
go back to reference Mieras M. Ben ik dat? Wat hersenonderzoek vertelt over onszelf. Amsterdam: Nieuw Amsterdam; 2007. Mieras M. Ben ik dat? Wat hersenonderzoek vertelt over onszelf. Amsterdam: Nieuw Amsterdam; 2007.
5.
go back to reference Nelissen M. De brein machine: de biologische wortels van emoties en gevoelens; een darwinistische kijk. Tielt: Lannoo; 2008. Nelissen M. De brein machine: de biologische wortels van emoties en gevoelens; een darwinistische kijk. Tielt: Lannoo; 2008.
6.
go back to reference Kahneman D. Thinking fast and slow. London: Farrar, Straus & Giroux Inc; 2011. Kahneman D. Thinking fast and slow. London: Farrar, Straus & Giroux Inc; 2011.
7.
go back to reference Dijksterhuis A. Het slimme Onbewuste. Amsterdam: Bert Bakker; 2007. Dijksterhuis A. Het slimme Onbewuste. Amsterdam: Bert Bakker; 2007.
8.
go back to reference Appelo M. Het gelaagde brein: reflectie en discipline bij het werken aan verandering. Amsterdam: Boom; 2017. Appelo M. Het gelaagde brein: reflectie en discipline bij het werken aan verandering. Amsterdam: Boom; 2017.
9.
go back to reference Slors M. Dat had je gedacht. Brein, bewustzijn en vrije wil in filosofisch perspectief. Amsterdam: Boom; 2012. Slors M. Dat had je gedacht. Brein, bewustzijn en vrije wil in filosofisch perspectief. Amsterdam: Boom; 2012.
10.
go back to reference Aleman A. Je brein de baas: over de rol van bewust denken. Amsterdam/Antwerpen: Atlas Contact; 2017. Aleman A. Je brein de baas: over de rol van bewust denken. Amsterdam/Antwerpen: Atlas Contact; 2017.
11.
go back to reference Harré R. Social being: a theory for social psychology. Oxford: Basil Blackwell; 1979. Harré R. Social being: a theory for social psychology. Oxford: Basil Blackwell; 1979.
12.
go back to reference Csikszentmihalyi M. Finding flow. New York: Basic Books; 1997. Csikszentmihalyi M. Finding flow. New York: Basic Books; 1997.
13.
go back to reference Huber M, Knottnerus JA, Van der Horst H, Jadad AR, Kromhout D, Leonard B, et al. How should we define health? BMJ. 2011;343:d4163.CrossRef Huber M, Knottnerus JA, Van der Horst H, Jadad AR, Kromhout D, Leonard B, et al. How should we define health? BMJ. 2011;343:d4163.CrossRef
14.
go back to reference Lazarus RS, Folkman F. Stress, appraisal and coping. New York: Springer; 1984. Lazarus RS, Folkman F. Stress, appraisal and coping. New York: Springer; 1984.
15.
go back to reference Prochaska JO, DiClemente CC, Norcross JC. In search of how people change: application to addictive behaviour. Am Psychol. 1992;47:1102–15.CrossRef Prochaska JO, DiClemente CC, Norcross JC. In search of how people change: application to addictive behaviour. Am Psychol. 1992;47:1102–15.CrossRef
Metagegevens
Titel
Het doel van de generalistische ggz: zelfregie vergroten
Auteurs
Prof. dr. Giel Hutschemaekers
Drs. Mirjam Nekkers
Prof. dr. Bea Tiemens
Copyright
2019
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2364-7_2