Er bestaan vele methoden om de spronghoogte te meten, waaronder die met een smartphone. Het belangrijke systematische verschil tussen de verschillende meetmethoden is de uitgangspositie van waaruit de spronghoogte wordt gemeten. In absolute zin leveren verschillende methoden – mede daardoor – verschillende spronghoogten op. De rangvolgorde van hoogste naar laagste springer is echter bij alle methoden gelijk. Daarmee zijn alle methoden allemaal geschikt om bij dezelfde persoon twee (of meer) condities met elkaar te vergelijken, bijvoorbeeld de spronghoogten bij het dragen van verschillende typen sportschoenen of de invloed van verschillende tapemethoden of braces op de spronghoogte. Ook het effect van training op de spronghoogte kan met deze methoden worden gemeten.