De NHG-Standaard Het soa-consult geeft bij de medicamenteuze therapie van condylomata acuminata een drietal opties, in volgorde van voorkeur: 1) podofyllotoxine bevattende preparaten (crème 0,15% en aanstipvloeistof 0,5%), 2) imiquimodcrème 5% en 3) sinecatechineszalf 10%.
1 De tweede keus voor imiquimodcrème bevreemdt ons. Dit preparaat kan immers alleen voor eigen rekening van de patiёnt worden voorgeschreven. Imiquimod komt uitsluitend voor vergoeding in aanmerking bij de behandeling van kleine superficiële basaalcelcarcinomen, indien chirurgische excisie op praktische bezwaren stuit. De reden hiervoor is dat het CVZ heeft geoordeeld dat imiquimod bij condylomata acuminata geen therapeutische meerwaarde heeft boven podofyllotoxine, maar wel meerkosten met zich meebrengt. Het preparaat van derde keus (sinecatechineszalf) is weliswaar alleen bij uitwendige wratjes toepasbaar, maar wordt daarentegen wel vergoed. Volgens het CVZ geeft de sinecatechineszalf een complete klaring (53,6%) die valt binnen de range voor podofyllotoxine (30-70%) en imiquimod (30-62%), maar lijkt het recidiefpercentage bij sinecatechineszalf (6,5%) lager te zijn dan dat van podofyllotoxine (33-91%) en imiquimod (13-19%). Vanwege de minstens zo goede effectiviteit van sinecatechineszalf lijkt het ons ongewenst om de patiёnt door het volgen van de in de standaard aangegeven keuzevolgorde onnodig op kosten te jagen. Immers de uitgangspunten zijn dat de huisarts het beleid in samenspraak met de patiёnt vaststelt, een onderdeel daarvan is dat de patiёnt op de hoogte is van de vergoedingsstatus van een voorgeschreven product. Dat rechtvaardigt een andere keuzevolgorde, namelijk: eerste keus podyfyllotoxine, tweede keus bij externe wratten sinecatechineszalf 10%, tweede keus bij interne wratten imiquimodcrème 5%. …