De Amerikaan Ashton Eaton won de gouden medaille bij de tienkamp tijdens de Olympische Spelen in London in 2012, waarbij hij 8869 punten verzamelde in de twee dagen durende zware wedstrijd. Bij de Olympische kwalificatiewedstrijden in de Verenigde Staten in juni 2012 brak Eaton door de grens van negenduizend punten en werd hij houder van het wereldrecord, dat elf jaar lang op naam had gestaan van de Tsjech Roman Šebrle. Tienkampers worden door velen beschouwd als de ‘ultieme’ atleten, aangezien zij deelnemen aan een wedstrijd die zowel hun snelheid, kracht, vermogen, wendbaarheid, coördinatie als uithoudingsvermogen test. De tienkamp is een tweedaagse wedstrijd, bestaand uit de 100 m sprint, verspringen, kogelstoten, hoogspringen en 400 m op dag 1. En de 110 m horden, discuswerpen, polsstokhoogspringen, speerwerpen en de 1500 m op dag 2. Omdat training zeer specifiek is voor een bepaalde sport of bewegingsvorm, zal training op hoog vermogen om de afstand te vergroten waarover een kogel (ca. 7 kg) weggestoten kan worden, weinig tot geen effect hebben op de tijd op de 1500 m. Tienkampers moeten talloze uren specifiek trainen op elk van de tien onderdelen om hun prestatie op elk onderdeel te maximaliseren.