Trauma en persoonlijkheidsproblematiek zijn in de psychotherapie grotendeels gescheiden werelden. In dit boek worden deze twee werelden geïntegreerd. Persoonlijkheidsproblematiek wordt daarbij beschouwd als het resultaat van genetische aanleg, de omstandigheden waaronder men opgroeide, en dan met name affectieve verwaarlozing en/of ernstige traumatisering, bijvoorbeeld in de vorm van mishandeling of seksueel misbruik en de daaruit volgende copingstrategieën om zich in die omstandigheden als kind staande te houden. In reactie op de soms karikaturale discussie rondom stabilisatie wordt de veel flexibeler interventiecirkel geïntroduceerd als model om overzicht te houden over de interventies bij complexe behandelingen. Er wordt uitleg gegeven over veelgebruikte termen in het boek als complexe problematiek, vroegkinderlijke traumatisering en copingstrategieën. De indeling van het boek wordt besproken.