Wetgeving en het gemeentelijk beleid maken het voor bewoners met ggz-problematiek mogelijk deel te nemen aan de samenleving en bieden een basis voor herstel. Een wijkgerichte en integrale aanpak tussen betrokken instanties in een gemeente is een voorwaarde. In wetgeving moeten de mogelijkheden tot opvang, herstel en behandeling, vrijheid, privacy en zelfbeschikking worden gewaarborgd, tenzij sprake is van een ernstig nadeel voor zichzelf of een ander. Mensenrechten vormen hiervoor de basis. De wetten die de (medische) zorg en ondersteuning financieren en er voorwaarden aan stellen, zijn de Zorgverzekeringswet, de Wet langdurige Zorg en de Wet maatschappelijke ondersteuning. De Jeugdwet geldt voor de jeugd-ggz. De rechtspositie van bewoners wordt in de vrijwillige zorg bepaald door de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst, waarin het toestemmingvereiste en de geheimhoudingsverplichting zijn opgenomen. In de verplichte zorg geldt de Wet verplichte geestelijke gezondheidzorg (Wvggz) die ambulante verplichte zorg mogelijk maakt en meer ruimte biedt voor verplicht behandelen.