De thuisopdracht wordt besproken. Hoe heeft de jongere het experiment ervaren? Deze sessie zal het uitdagen van de positieve metacognities worden afgerond. De jongere beoordeelt opnieuw de metacognities in het piekermodel op geloofwaardigheid. Als de geloofwaardigheid hoog blijft, kan de therapeut kijken of een aanvullende uitdaagtechniek nodig is, maar vaak volstaat verbaal uitdagen. Piekeren zorgt voor een ‘gekleurde bril’. Jongeren die piekeren hebben vaak last van zwart-witdenken. Na een cognitieve uitdaagtechniek op dit gebied, wordt een oefening gedaan met het switchen van aandacht. Als thuisopdracht zal de jongere een positief dagboek bijhouden waarin hij de positieve dingen noteert. Ook houdt hij weer een piekerregistratie bij.