Het boek Kleine Kwalen in de Huisartsenpraktijk beleeft inmiddels zijn vierde druk. Het is in eerste instantie ontstaan om een leemte in de medische literatuur op te vullen. Er bestond geen handboek voor kleine kwalen in de huisartsenpraktijk. Het boek omvat 118 hoofdstukken, naar evenzoveel kwalen. Elk hoofdstuk is op dezelfde wijze overzichtelijk opgebouwd: definitie, etiologie, ‘waarmee komt de patiënt’, epidemiologie, anamnese, onderzoek, beleid en preventie/voorlichting. De hoofdstukken 32 tot en met 118 betreffen kwalen van hoofd tot voeten, de kwalen in hoofdstukken 1-31 hebben een meer algemeen karakter. Voor deze nieuwe druk hebben de 71 medewerkers opnieuw literatuuronderzoek gedaan om de eventuele voortgang in inzichten ten aanzien van de kleine kwaal te kunnen presenteren. Hier en daar slipt er dan toch een advies door dat niet gangbaar meer is: bijvoorbeeld ten aanzien van diachylongebruik bij steenpuisten. In (nota bene) het notenapparaat van de NHG-Standaard Bacteriële huidinfecties (1998) wordt onderbouwd waarom diachylon niet meer gebruikt zou moeten worden.