Dit hoofdstuk behandelt een selectie van de vele afwijkingen die op de kinderleeftijd kunnen voorkomen aan het onderbeen. Congenitale afwijkingen kunnen aanlegstoornissen van gewricht, bot of groeischijf betreffen. Van de afwijkingen die ontstaan op latere leeftijd is de oorzaak niet altijd bekend. Ernst en complexiteit van behandeling variëren tussen de verschillende aandoeningen. Algemeen orthopedisch streven is om aan het einde van de groei een gelijke beenlengte te hebben met functionele gewrichten. Het grootse verschil met de volwassen leeftijd is dat groeischijven in bot van invloed kunnen zijn op het beloop van de aandoening, maar ook gebruikt kunnen worden voor aansturing van as en lengte van bot in de behandeling.