Koorts wordt bij niet-immuungecompromitteerde volwassenen in de eerste lijn meestal veroorzaakt door een luchtweginfectie. Bij ouderen vormen urineweginfecties een relatief frequente oorzaak. Bij ontbreken van richtinggevende voorgeschiedenis, klachten of verschijnselen volstaat men in eerste instantie met lichamelijk onderzoek van het KNO-gebied en de longen. Bij negatieve bevindingen volgt urineonderzoek. Wanneer geen afwijkingen gevonden worden, gaat men uit van een, vaak onschuldige, virale oorzaak. Tijdens een epidemische verheffing (influenza, COVID-19) is de kans op een virale infectie groter. Bij een ernstig zieke indruk of verminderd bewustzijn is het lichamelijk onderzoek allereerst gericht op stoornissen in de vitale functies. Als de koorts een week aanhoudt of eerder bij verandering van het beeld, dient een uitgebreide anamnese en algemeen lichamelijk onderzoek plaats te vinden. Ook kan de arts dan aanvullend onderzoek laten verrichten: bloed-, urine- en fecesonderzoek en een X-thorax. Bij nieuw gestarte medicatie moet geneesmiddelenkoorts worden overwogen. Twee weken onbegrepen koorts is reden voor verdere (poli)klinische evaluatie. Bij patiënten ouder dan 55 jaar met koorts en een verhoogde bezinking is een biopsie van de arteria temporalis zinvol.