In dit boek staat ‘kwartiermaken’ of ‘ruimte maken’ in de maatschappij voor mensen met een psychiatrische achtergrond, de vreemde ander, centraal. De auteur benadrukt dat de samenleving daarbij ‘frictie’, een ‘ongemakkelijkheid’, strijdigheid ervaart. In varianten van kritische of antipsychiatrie is de strijdigheid al eerder aangeduid, maar nog niet eerder stond de omgang ermee centraal. Op dit punt vormt dit onderzoek een primeur. In het boek zijn drie niveaus te onderscheiden. Ten eerste wordt vertrokken vanuit de praktijkontwikkeling van het Zoetermeerse RIAGG-project ‘Kwartiermaken’. Ten tweede is er het niveau van de rehabilitatietheorie, van een kritische psychiatrie en psychologie. Ten derde is er een filosofisch niveau: theorievorming over ‘de ander’, differentiedenken, hermeneutiek (de leer van het interpreteren), ‘theorie van presentie’ en ethiek van de zorg.