Ongeveer 450.000 kinderen en jongeren (5-23 jaar) wonen samen met een langdurig lichamelijk of psychisch ziek gezinslid (12%). De meerderheid woont samen met een langdurig zieke ouder. Enkele tienduizenden hebben een langdurig zieke broer of zus. Onder de 13 tot 23 jarigen met zieke gezinsleden zijn lage sociaal economische groepen, allochtonen en eenoudergezinnen oververtegenwoordigd. Hun culturele participatie blijft achter bij de gemiddelde jongere, maar ze doen vaker aan sport in verenigingsverband, ook als gecorrigeerd wordt voor leeftijd, inkomen en etniciteit. Ze hebben net zo vaak als andere jongeren een (bij)baantje. In deze bijdrage gaan we in op de aantallen en enkele verschillen tussen jeugdigen met en zonder langdurig zieke gezinsleden.