Onderzoek van het hersenvocht of liquor cerebrospinalis wordt regelmatig uitgevoerd voor de diagnostiek van neurologische ziekten en is voor sommige aandoeningen noodzakelijk om überhaupt tot de diagnose te komen. Denk bij dit laatste aan een meningitis. Om liquor van een patiënt te verkrijgen, verricht de neuroloog een lumbaalpunctie, waarbij ook de liquordruk gemeten kan worden. De verkregen liquor kan worden onderzocht op bijvoorbeeld het aantal leukocyten en erytrocyten, de aanwezigheid van bloedpigmenten en het eiwit- en glucosegehalte. Er kan ook microbiologisch onderzoek worden gedaan. Verder kunnen de in de liquor aanwezige cellen door de patholoog of hematoloog worden bekeken bij verdenking op een (hematologische) maligniteit.