In dit hoofdstuk staan methoden en interventies beschreven, toegespitst op het werk van de POH-GGZ. Het eerder beschreven referentiekader en de standaarden geven voor de POH-GGZ richting aan het handelen en fungeren als onderlegger bij dit hoofdstuk. Specifieke aandacht voor jeugd en jongeren staat in H.
8 en voor ouderen in H.
9. De besproken methoden en interventies zijn direct toepasbare elementen uit de cognitieve gedragstherapie (G-schema, ACT, mindfulness, positieve psychologie). Het KOP-model wordt toegelicht. Zo kunnen POH-GGZ en patiënt samen een keuze maken, van cultuursensitief tot lichaamsgericht en passend bij de behoefte van de patiënt. Nieuw zijn schematherapie, palliatieve zorg en de sekse- en gendersensitieve zorg. Ook beschrijft dit hoofdstuk hoe de POH-GGZ kan ondersteunen bij de afbouw van sommige psychofarmaca. Daarnaast is gebruikgemaakt van evidenced-based publicaties en good-practice ervaringen. De paragrafen nodigen als het ware uit tot het volgen van nascholing. De onderwerpen zijn alfabetisch gerangschikt.