De orthopedisch chirurg is getraind om met operatieve ingrepen letsels of aandoeningen van het bewegingsstelsel te behandelen. De operatieve behandeling is vaak de eindfase van een behandeling die start met niet-operatieve (‘conservatieve’) behandeling. Fysiotherapie, gipsbehandeling, gebruik van braces, voorschrijven van pijnstillers en toedienen van lokale injecties zijn onderdelen van de conservatieve behandeling. Uitleg van de aandoening, geruststelling, meedenken met aanpassingen en motivatie van de patiënt doen een beroep op de coachende competenties van de orthopeed. Ook na een operatie is veelal een intensieve nabehandeling nodig om een maximaal functioneel resultaat te bereiken. In dit hoofdstuk worden de conservatieve behandeling en de verschillende typen operaties beschreven. De namen, algemene principes en het doel van de ingrepen worden besproken. In de hierop volgende hoofdstukken komen ze in meer detail aan de orde per lichaamsregio.