Het fysiotherapeutisch handelen wordt op verschillende momenten geëvalueerd of beoordeeld. Evaluatie kan gericht zijn op het proces van handelen en op het product van handelen. Bij het proces gaat het om evaluatie van de gevolgde werkwijze. Bij evaluatie van het product gaat het om evaluatie van het bereikte resultaat. In procesmatig handelen is evaluatie een continu proces: van moment tot moment wordt beoordeeld hoe ver het proces is gevorderd. Het (vervolg van het) handelen wordt afgestemd op de bevindingen. Dit gebeurt zowel tijdens de diagnostische als tijdens de therapeutische fase. In de diagnostische fase vindt voortdurend evaluatie plaats tijdens het cyclische proces van hypothesevorming en -toetsing. In de therapeutische fase wordt geëvalueerd aan de hand van de gestelde behandeldoelen. Aan het eind van het fysiotherapeutische zorgverleningsproces wordt met de patiënt geëvalueerd. Met deze eindevaluatie wordt het zorgverleningsproces afgesloten.