Lichaam en psyche vormen één geheel en beïnvloeden elkaar wederzijds. Mensen kunnen allerlei somatische of psychische klachten hebben. Somatische klachten hebben vaak een psychische oorzaak. In dat geval kan de term psychosomatiek worden gebruikt. Het komt ook vaak voor dat somatische klachten niet worden begrepen. Dan is de term somatiseren beter. Als bij somatische problemen te lang wordt gezocht naar somatische verklaringen, is er sprake van somatische fixatie. Dit is schadelijk voor de patiënt. Aan de andere kant mogen somatische oorzaken en ziekten niet over het hoofd worden gezien. Ook dat zou schadelijk zijn. Het psychisch functioneren wordt bepaald door wat we denken, voelen, willen en doen. Via het beïnvloeden van gedachten en gedrag kunnen negatieve emoties worden behandeld. Dit heet cognitieve gedragstherapie. Negatieve emoties versterken lichamelijke klachten. Indirect kunnen met cognitieve gedragstherapie lichamelijke klachten worden behandeld. Voor draaglast en draagkracht worden ook de termen stress en coping gebruikt.