Rugpijn heeft een enorme maatschappelijk impact en veroorzaakt de grootste maatschappelijk last van alle ziekten (‘burden of disease’). De klachten kunnen secundair zijn aan degeneratie, deformiteiten (scoliose, kyfose en spondylolisthesis) en inflammatie. Degeneratie van de onderrug kan leiden tot rugpijn, een acuut radiculair syndroom (HNP), spinaal stenose en soms een scoliose. Bij het merendeel van de mensen met rugpijn is echter sprake van lage rugpijn zonder specifiek anatomisch substraat. Psychosociale factoren beïnvloeden het beloop van de rugklachten (het zogenoemde ‘bio-psycho-sociale model’). Ook deformiteiten zoals een scoliose en kyfose uit de jeugd of nieuw ontstane deformiteiten (bijvoorbeeld de-novo scoliose of deformiteiten als gevolg van een onderliggende veelal neuromusculaire aandoening zoals MS en Parkinson) kunnen klachten geven. Aan het eind van het hoofdstuk worden recente ontwikkelingen in de wervelkolomchirurgie besproken en enkele specifieke aandoeningen van de thoracolumbale wervelkolom bij volwassenen, zoals spondyloliysthesis, Bechterew-kyfose, lumbosacrale anomalieën, spina bifida occulta en coccygodynie.