Wie als kinder- en jeugdpsychiater werkt, heeft niet alleen te maken met het kind en de jongere, maar ook met zijn of haar ouders. Een goede relatie met de ouders is onontbeerlijk om tot een succesvol behandeltraject te komen. Een kind of jongere met een ontwikkelings- of psychiatrische stoornis behoudt gedurende zijn of haar hele leven een zekere kwetsbaarheid. Het beloop van de stoornis is veelal langdurig, waarbij problemen soms erger en soms juist minder erg worden. Ook is de diagnose lang niet altijd eenduidig. Een kind maakt een ontwikkeling door, waardoor nieuwe symptomen op andere problematiek kunnen wijzen. Medicatie speelt in de praktijk van de kinderpsychiater praktisch altijd een rol. De weerstand daartegen is vaak onterecht: medicatie kan het kind bij de voortgang van de ontwikkeling ondersteunen. Opname, ten slotte, is een ingrijpende gebeurtenis die soms onontkoombaar is.