Een rood oog is een veelvoorkomende klacht in de huisartsenpraktijk. Veelal kan de huisarts zelf de patiënt verder helpen maar bij de aanwezigheid van alarmsymptomen zoals pijn, lichtschuwheid en visusdaling dient te worden overwogen de patiënt door te sturen naar de specialist. De oorzaken van een rood oog zijn zeer divers en kunnen zowel infectieus als niet-infectieus van oorsprong zijn. (Blefaro) conjunctivitis, (epi) scleritis, keratitis, iridocyclitis, subconjunctivale bloeding, acuut glaucoom en trauma kunnen tot de oorzaken behoren. De anamnese en inspectie van het oog geven belangrijke aanwijzingen voor het stellen van de diagnose. Het is van belang dat de arts onderscheid kan maken tussen visusbedreigende aandoeningen (vooral keratitis, iridocyclitis en acuut glaucoom) en niet-visusbedreigende aandoeningen (zoals conjunctivitis, subconjunctivale bloeding en episcleritis), en ernstige van niet-ernstige oogletsels kan onderscheiden. Het NHG-verwijsalgoritme bij rood oog voor huisartsen blijkt een correcte diagnose te geven in meer dan 70 % van de gevallen. Als de roodheid gepaard gaat met snel toenemend oedeem van de oogleden, dient men ook aan cellulitis orbitae te denken, een uitgebreidere infectie van de weke delen van de orbita. Deze ontstaat geregeld vanuit onder andere een infectiehaard op het ooglid (hordeolum) of sinusitis en hoort systemisch te worden behandeld.