In dit hoofdstuk werken we uit waar het om draait bij zelfmanagement(ondersteuning). Het opent met de vraag waarom zelfmanagementondersteuning behoort tot de kern van het verpleegkundig beroep en waarom de term zelfmanagement past bij de zorg voor mensen met chronische aandoeningen (par.
1.1). Paragraaf
1.2 legt uit wat wij verstaan onder de begrippen zelfmanagement en zelfmanagementondersteuning. In par.
1.3 bespreken we de verschillende visies van verpleegkundigen en patiënten op zelfmanagement en gaan we in op de patiëntvaardigheden die nodig zijn voor effectief zelfmanagement. Vervolgens werken wij de centrale elementen van zelfmanagement verder uit in par.
1.4. Adaptieve opgaven en zelfmanagementprocessen van patiënten worden toegelicht in par.
1.5. Dan volgt een korte bespreking van een aantal veelgehoorde bedenkingen bij zelfmanagement (par.
1.6). We besluiten het hoofdstuk in par.
1.7 met een korte beschouwing over de vraag: is zelfmanagement het wondermiddel?