Onder parkinsonisme verstaat men een verzameling van (vooral motorische) symptomen, aan te duiden als een manifestatie van een ontregeld extrapiramidaal (cortico-striato-thalamo-corticaal) circuit. Dit circuit is meestal ontregeld door een dopaminerge transmissiestoornis (een dopaminerge striatale denervatie en/of een verminderde expressie of beschikbaarheid anderszins van de postsynaptische dopaminerge receptoren). De belangrijkste ziektebeelden zijn de ziekte van Parkinson, de multipele systeematrofie (MSA) en de progressieve supranucleaire paralyse (PSP), en iatrogeen parkinsonisme veroorzaakt door dopaminereceptorantagonisten (bijvoorbeeld typische antipsychotica). De prevalentie van de ziekte van Parkinson wordt geschat op ongeveer tien tot vierhonderd per honderdduizend, significant toenemend met de leeftijd; deze ziekte ontwikkelt zich vooral in het zesde levensdecennium. De prevalentie van MSA en PSP ligt rond de 25 per honderdduizend in het zevende respectievelijk vijfde decennium.