Jobse L, Mulder M, Ter Borgh J, Grundmeijer H. Polyfarmacie. Prevalentie, aandoeningen en problemen. Huisarts Wet 2009;52(12):599-602.
Inleiding Ouderen hebben meer kans op chronische ziekten en daarmee een verhoogd risico op polyfarmacie. Met de toename van het aantal ouderen stijgt de prevalentie van polyfarmacie in de huisartsenpraktijk.
Doel Met dit onderzoek wilden we de prevalentie van polyfarmacie in de huisartsenpraktijk, de onderliggende aandoeningen, de aard van de medicatie en de mate waarin de NHG-Standaarden gevolgd zijn vaststellen.
Patiënten en methode We verzamelden van maart 2007 tot maart 2008 gegevens over medicatie en aandoeningen van de polyfarmaciepatiënten in vijf huisartsenpraktijken. Daarbij bekeken we welke aandoeningen volgens de NHG-Standaarden werden behandeld. Waar de behandeling afweek van de NHG-Standaard, is de indicatie van de medicatie eerst besproken met de eigen huisarts en vervolgens in een expertpanel.
Resultaten Van de 9300 patiënten voldeden er 199 (2,1%) aan het criterium voor polyfarmacie (≥ 5 medicijnen, ≥ 3 maanden). Het percentage vrouwen was 59% en de gemiddelde leeftijd was 69 jaar. Bij deze 199 patiënten zijn 879 aandoeningen in het dossier vastgelegd. Daarvan werden 141 aandoeningen (16%) bij 95 (48%) patiënten niet behandeld volgens de NHG-Standaard. Vooral bij de cardiovasculaire medicatie waren veel afwijkingen van de standaard.
Discussie Gebrek aan afstemming van het beleid tussen huisarts en specialist is een belangrijke bron van problemen. Ook worden recente aanpassingen van de NHG-Standaard niet altijd toegepast.