De chain of survival bij reanimatie bevat vier schakels, waaronder basale reanimatie (handelingen die getrainde leken kunnen uitvoeren, volgens bepaalde richtlijnen). De prognose van reanimatie bij kinderen is slechter dan bij volwassenen. De omstandigheden worden toegelicht waarbij men van de standaardbenadering bij reanimatie moet afwijken (waaronder verdrinking, onderkoeling en elektrocutie) en de medische omstandigheden waaronder een reanimatiepoging kan worden gestaakt, evenals de niet-reanimerenverklaring. Bij specialistische reanimatie is er een tweedeling: schokbare (defibrillatie mogelijk) en niet-schokbare hartritmen. Er zijn belangrijke wijzigingen in de ALS-richtlijnen van 2015. Bijzondere situaties bij ALS zijn: specialistische reanimatie bij kinderen, hyperkaliëmie, anafylaxie, hypothermie en een traumatische circulatiestilstand. Ook bij een goede postreanimatiebehandeling blijft een circulatiestilstand een ernstige toestand. De meest gevreesde slechte uitkomst is hypoxisch-ischemische hersenschade. Er zijn internationale criteria voor de diagnose ‘hersendood’. Vanwege het schemergebied van ‘menswaardigheid’ – wél of niet reanimeren – moeten verpleegkundigen voor hun rechtspositie goede protocollen volgen.