Voor het vastzetten van restauraties worden meestal glasionomeer - cementen (GIC) en kunststofcementen gebruikt. GIC’s kunnen chemisch binden aan tandweefsel en fluoride afgeven. Tegenover deze voordelen staat het nadeel van de hoge zuurgraad tijdens het uitharden van het cement, die de oorzaak kan zijn van postoperatieve gevoeligheid. Onderzoek hiernaar laat zien dat deze gevoeligheid kleiner is dan die bij gebruik van zinkfosfaatcement. Overgevoeligheid kan echter ook het gevolg zijn van irritatie door het prepareren van het gebitselement, de structuur en de dikte van het dentine, en lekkage met infiltratie van bacteriën. Kunststofcementen geven micromechanische hechting die groter is dan die van conventionele cementen. Bovendien lossen zij minder gemakkelijk op. Bij gebruik van deze cementen wordt ook postoperatieve gevoeligheid waargenomen. Deze zou worden veroorzaakt doordat het dentine niet hermetisch wordt afgesloten door het cement. Het gevolg is dikwijls een sterke gevoeligheid voor koude, doordat bij temperatuurveranderingen vloeistof door de dentinekanaaltjes stroomt.