De huisarts heeft een belangrijke taak bij de preventie van hart- en vaatziekten. Onder hart- en vaatziekten wordt verstaan: coronaire hartziekten (angina pectoris, myocardinfarct), cerebrovasculaire aandoeningen (transient ischaemic attack (tia), cerebrovasculair accident (cva)) en perifeer arterieel vaatlijden (pav). Hart- en vaatziekten vormen sinds vele jaren de belangrijkste doodsoorzaak in Nederland. Binnen de groep hart- en vaatziekten vormen myocardinfarct en cva de belangrijkste doodsoorzaak. Patiënten met angina pectoris, tia en pav hebben een verhoogde kans op het optreden van myocardinfarct en cva. Door de verbeterde opsporing en behandeling van hart- en vaatziekten neemt het aantal mensen dat te maken krijgt met de chronische gevolgen ervan toe. Hartfalen is hiervan de belangrijkste uiting. Een hogere prevalentie is hiervan het gevolg.