De functie van de tractus digestivus kan door diverse aandoeningen aan de spijsverteringsorganen verstoord raken. Voorbeelden zijn ontstekingsziekten of resecties waardoor het resorberend oppervlak afneemt, of zenuwaandoeningen waardoor de transportfunctie van de darm verstoord raakt. Dit functieverlies kan snel of langzaam ontstaan, tijdelijk zijn, reversibel zijn of progressief. Dit hoofdstuk gaat in op de definities, diagnostiek, behandeling en complicaties van intestinale insufficiëntie, intestinaal falen en het short bowel syndrome (kortedarmsyndroom; SBS). Deze aandoeningen vergen individuele en gespecialiseerde (voedings)behandeling, met als doel voldoende vertering en absorptiefunctie te behouden of deze te verbeteren.