Het bloedvatstelsel draagt zorg voor een adequate aan- en afvoer van bloed naar en van de verschillende organen. Dit is een vitale functie van het organisme, dat daardoor in staat is de organen van voldoende zuurstof en voedingsstoffen te voorzien en de afvalstoffen af te voeren. Voor een goede bloedcirculatie is het uiteraard van groot belang dat het bloed vloeibaar is. Indien echter een situatie ontstaat waarin het bloed de bloedvaten kan verlaten (bijvoorbeeld bij een snijwond of een operatieve ingreep), is het juist van belang dat deze vloeibare vorm snel kan overgaan in een vaste vorm. Met andere woorden: het vloeibare bloed moet kunnen stollen. Het vermogen van het bloed om te kunnen stollen is de functie van het bloedstollingssysteem. Daarnaast heeft dit systeem nog een tweede, minstens zo belangrijke functie, namelijk het juist vloeibaar houden van het bloed zolang het zich in de bloedvaten bevindt.