Als iemand supervisie geeft, dan heeft hij (supervisor) op vastgestelde tijden besprekingen met zijn supervisant(en). Deze bijeenkomsten kunnen wat tijd betreft variëren van drie kwartier tot twee uur, en wekelijks of per veertien dagen plaatsvinden. In die bijeenkomsten bespreekt de supervisant de ervaringen met zijn werk sinds de vorige supervisiebijeenkomst en bijvoorbeeld de vragen die deze ervaringen bij hem opriepen. De bedoeling van supervisie is dat de supervisant, door zijn werk te bespreken, leert dit werk via reflectie beter uit te voeren. De supervisor is degene die dit leren begeleidt, door de condities te scheppen die een zo groot mogelijke kans geven dat er inderdaad leren plaatsvindt. Dit doet de supervisor door de supervisiesituatie methodisch te hanteren, onder meer door zelf daarin op een bepaalde manier te functioneren.