Tijdens de telefonische triage bepaalt de triagist
of en
hoe snel ze een patiënt moet zien op de huisartsenpost, waar landelijk meer dan vier miljoen hulpvragen per jaar binnenkomen.
1 Ondanks erkenning voor dit riskante beslismoment, schort het aan bezinning op en borging van de patiëntveiligheid tijdens de triage. Als huisarts en medisch adviseur van verschillende huisartsenposten heb ik de afgelopen tien jaar honderden triagegesprekken intensief beluisterd en geanalyseerd, van zowel goed als slecht aflopende hulpvragen, en zowel op indicatie als at random. Terugkerende gesprekspatronen hebben mij ervan overtuigd dat diagnostisch denken bij triageassistentes en hun beoordelaars er geregeld voor zorgt dat de urgentiebepaling tekortschiet. Dat dit vooralsnog onvoldoende uit wetenschappelijk onderzoek blijkt, komt doordat onderzoekers zelf onvoldoende inzien hoe urgentiebepaling tot stand komt en zich vervolgens vaak baseren op onvolledige informatie, die ze hebben verkregen op basis van verkeerde aannamen. …