Binnen het klinisch handelen wordt er in toenemende mate verwacht dat psychologen zich baseren op de bevindingen uit uitkomstonderzoek. Binnen dit onderzoek wordt er met name veel gewicht toegekend aan de resultaten van randomized controlled trials. Hoewel deze tendens een belangrijke stap voorwaarts betekent, zijn er enkele belangrijke kanttekeningen te plaatsen bij deze ontwikkelingen. In dit artikel wordt beargumenteerd dat we binnen de klinische psychologie waakzaam moeten zijn ten opzichte van een hegemonie van uitkomstonderzoek. Er wordt gesteld dat het noodzakelijk is dat er naast informatie uit behandeluitkomstonderzoek meer gewicht zou moeten worden toegekend aan (1) onderzoek naar verandermechanismen, (2) onderzoek naar succesvolle cliënten en (3) onderzoek naar succesvolle therapeuten.